Ik ben niet goed genoeg

Afgelopen weekend vierde een zeer dierbare vriendin haar 50e verjaardag. Samen eten, lange tafels, tot in de puntjes verzorgd, overal kaarsjes, dresscode feestelijk. Ik kende weinig mensen persoonlijk maar veel uit verhalen. Daarin was ik niet de enige. Dat schept alvast een band. Grappig hoe dat werkt: “Ooo, jij bent die van die gezellige vakantietripjes” En: “Ben jij die Ilse van de Yogaproeverij? Wat heb ik daar mooie dingen van gezien!” Dat soort gesprekken. Leuk, je hebt toch een beetje het gevoel dat je elkaar kent. Of in ieder geval, dat de ander jou een beetje kent. Ik houd van dat soort feestjes.

Spotlights

Maar ik wil heel ergens anders naar toe. De vraag was of mensen die wat wilden doen, dit kenbaar wilden maken. En ik wilde voor haar zingen. Nou ja, dat leek me in ieder geval een goed en leuk idee. Toen.

Want eigenlijk wil ik niet op een podium. Al heel lang niet. Mijn hele leven al niet volgens mij. Ik kan me werkelijk geen moment herinneren dat ik ervan genoot in de spotlights te staan. Ik kan me wel heel veel momenten herinneren dat ik erin stond of van mezelf (of een ander) moest en me diep ongelukkig voelde. Maar goed, het moest en huppekee door, anders leer je het nooit. Want podiumvrees daar moet je overheen groeien. Toch?

Het bleef vreten aan me. En het werd steeds erger. Uiteindelijk koos ik ervoor om buiten de spotlights te blijven. Probleem opgelost.

Oud zeer

Toen ik aan mijn coach-opleiding begon. kwam dit oude zeer weer om de hoek. Want ik werd geacht naar mezelf te kijken. Een goede coach gaat eerst door de wasstraat, zal ik maar zeggen. Oefeningen waarin ik mezelf voor de groep mocht presenteren, kwetsbaar was, aanging waar ik angstvallig van weg wilde blijven. En toen viel pas het kwartje. Ik vond mezelf niet goed genoeg. De persoon waar ik naar keek, was niet goed genoeg. En daarom mocht er geen lichtje op. Want dan zie je alles. Elk vlekje, elke oneffenheid, alles wat niet perfect is. Natuurlijk voelde ik die overtuiging al jarenlang onder mijn huid zitten maar het daadwerkelijk uitspreken zorgde ervoor dat ik iets met die overtuiging ging doen.

Uniek

Ik ben nu weer een paar jaar verder. In accepteren wie ik ben. In naar mezelf kijken en tevreden zijn met hoe ik de dingen doe. In luisteren naar mijn stem als ik zing en me niet te meten met iedereen die ik mooier vind zingen. In snappen dat wat ik doe uniek is omdat ik uniek ben. Dat niemand het doet zoals ik. En dat er dus ook geen betere manier is om het te doen. In ieder geval niet in het moment. Wat in het moment is, is altijd goed genoeg. Het is wat het is.

Zingen

Terug naar het feestje. Ik was aan de beurt. Waarom was dit ook alweer een goed idee? Ik liep trillend naar haar toe en ging zitten op de bank die achter haar stond. Ze draaide haar stoel om en keek me vol vertrouwen aan. Ze kent me. Ze weet wat ik te overwinnen heb. De wereld om ons heen verdween en ik zong voor haar. Vanuit mijn hart met alles wat ik had. Met emoties en spanning gierend door mijn lijf. Ze droegen het lied. Ze horen bij mij. Het mag er zijn. Ik ben goed genoeg.

 

je bent mooi, niet mooier, je bent anders mooi

je bent lief, niet liever, je bent anders lief

je bent zacht, niet zachter, je bent anders zacht

je bent wijs, niet wijzer, je bent anders mooi, lief, zacht, wijs

ik hou van jou, ik hou van jou, ik hou van jou maar anders

ik hou van jou, ik hou van jou, ik hou van jou maar anders

Anders Anders, Herman van Veen

 

Voed Je Hart